Ik heb een droom (2)

Tja, dat egalitarisme en die onderlinge competitie zijn een groot probleem voor de mens. Ze bijten elkaar. Je kunt nou eenmaal niet concurreren en gelijk zijn. Ongelijkheid is immers het doel van de concurrent. Meer voor jezelf en minder voor de ander. Als een concurrent niet beter af zou willen zijn, dan heeft hij geen betere levensomstandigheden en grotere kansen op overleven. Gelijkheid is niet in zijn belang. De enige vorm van gelijkheid, die een concurrent nastreeft is een gelijk speelveld. Dat doet hij natuurlijk niet wanneer hij wint of als hij de baas kan spelen, maar alleen als hij verliest of onder ligt. Hij klaagt dan ook niet over ongelijkheid, want dat laat hem koud, maar over zijn eigenbelang dat wordt geschaad.
Gek toch dat vrouwen, de gekleurde medemens, mensen met honger en de vele, vele andere medemensen, die aan het kortste eind trekken toch zo klagen over ongelijkheid en discriminatie. We concurreren nou eenmaal en dan moet je voor lief nemen dat er ongelijkheid en onrecht bestaan. Dan moet je niet klagen dat het overgrote deel van het materiële bezit in handen is van maar enkele homo sapiensen. Dan moet je niet jammeren dat miljarden soortgenoten op een eenzijdig voedseldieet staan, ondervoed zijn of doodhongeren, geen drinkwater hebben, nauwelijks medische zorg genieten en kennis ontberen. Dan moet je niet zemelen over de decadente leefstijl van een beperkt deel van de wereldbevolking, die de bulk van de grondstoffen voor zichzelf opeist en de belangrijkste vervuiler is van ons aller planeet. En dan moet je al helemaal niet jeremiëren over catastrofes, want concurreren en macht leiden nou eenmaal tot catastrofes. Als je wilt concurreren dan bestaan er geen gelijkheid en eerlijkheid. Dan blijft de aarde een fake wereld, waarin de ene mens de ander probeert te belazeren teneinde zoveel mogelijk materieel bezit te vormen.
Eigenlijk weten we wel dat je beter met elkaar kunt samenwerken dan concurreren, maar we doen het niet. Of, beter gezegd, niet meer sedert de eerste jager-verzamelaar zijn akkertje omheinde en de legendarische woorden sprak: ‘Dit is van mij’. De achttiende-eeuwse schrijver Jean-Jacques Rousseau dramatiseert met die zin uit zijn beroemde opstel ‘Over de ongelijkheid tussen mensen’ dat moment als het keerpunt in het gedrag van de natuurlijk levende mens naar de mens die ging samenwonen in stad en staat. (1) Rousseau probeerde te verklaren waarom de mens enerzijds zo wreed kon zijn en anderzijds medelijden had. Nu valt er wel het een en ander af te dingen op de visie van Rousseau op zijn geromantiseerde natuurmens, maar hij had heel goed gezien dat de sedentarisatie de oorzaak was van de omslag in het gedrag van de mens. Avant la lettre, want er was in Rousseaus tijd nog nauwelijks iets bekend over het verschijnsel evolutie, de afstamming van de mens en de in groepjes levende jagers-verzamelaars.
Martin Luther King schetste in 1963 het Amerika van zijn dromen. In die droom zou iedereen recht hebben op het najagen van geluk. De Bosjesmensen voorzien in die droom, maar jagen, dat doen ze liever op de wilde dieren. Zij zijn gelukkig, omdat ze samenwerken. Hun sociale verbanden zijn omschreven als original affluent societies, vanwege hun relaxte manier van leven en hun vele grapjes. (2) De Bosjesmensen wijzen ons nog steeds de weg hoe we af kunnen komen van dat idiote concurreren, maar dan moeten we wel snel zijn, want het laatste nieuws over hen is dat ‘Modern life is destroying us’. (3)
Mijn droom is dat we inzien dat concurreren synoniem is met discrimineren, dat de enige manier voor de mens om te overleven is dat we ophouden met concurreren en weer gaan samenwerken.
Bevrijd van het onderling concurreren.
Eindelijk vrij!
Eindelijk zijn we vrij!

(4)

Verwijzingen:
(1) Dit is een citaat uit mijn onderzoek naar de relatie tussen competitief en coöperatief gedrag, dat waarschijnlijk in 2021 zal worden gepubliceerd.
(2) De antropoloog Marshall Sahlins schreef in 1966 het essay ‘The original affluent society’ (de werkelijk welvarende gemeenschap) als reactie op het boek ‘The affluent society’ (de welvaartsstaat) uit 1958 van de econoom John Kenneth Galbraith. Sahlins' essay gaat voor een belangrijk deel over de Bosjesmensen.
(3) Zie het BBC artikel ‘Botswana Bushmen: Modern life is destroying us’ van 7 januari 2014 over de Bosjesmensen die verjaagd zijn uit het Kalahari Game Resort in Botswana. Dit is de link: https://www.bbc.com/news/world-africa-24821867
(4) Uitgangspunt voor de twee columns ‘Ik heb een droom’ is de toespraak van Martin Luther King van 28 augustus 1963, maar ze houden ook verband met vele voorgaande blogs, waaronder die van 6 maart 2020 over Thomas Piketty.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Herinneren en vooruitzien

In de voetsporen van de grote Alexander

De Borgia’s en de olifantenjacht – deel 5 (slot)

Frans de Waal - Magister Salutem

Even roddelen over de Borgia’s – deel 4