Herinneren en vooruitzien
Na het luchtige parafraseren over Genesis en De Spiritus Sanctus met de Kerstdagen (1) en ons aller ingetogen genieten van het paasfeest, indachtig de macabere marteldood van de Heilige Zoon en diens miraculeuze wederopstanding, is het nu, als onderdeel van ieders paasplicht, de hoogste tijd voor het serieuzere werk.
De combinatie van herinneren en vooruitzien is niet slechts voorbehouden aan schrijvers van bijbelteksten, dat kan iedereen. Herinneren en vooruitzien waren twee van de meest kenmerkende eigenschappen van evoluerende mensachtigen en mensen, kortweg Hominina, waaronder ook Homo sapiens wordt geschaard. Om ons dingen te herinneren en hoe we die weer gebruiken om te anticiperen, daarvoor zijn onze hersenen onmisbaar. We gaan dan ook op onderzoek naar de werking van ons geheugen en beginnen natuurlijk bij het begin. Een baby heeft nog maar weinig weet van de wereld en leert iedere dag van haar of zijn ervaringen, indrukken en interacties. Een baby kan bijvoorbeeld nog niet heel goed iets vastpakken. Het wolkje moet nog leren hoe het een rammelaar vastgrijpt en vasthoudt, maar ook dat, wanneer het er dan enigszins krampachtig mee schudt, er schattige belgeluidjes te horen zijn die het zelf veroorzaakt. Dat leert het baby’tje nog voordat het kan opstaan of vallen; alle tijd dus om te experimenteren met dat grappige stukje speelgoed. De krachtige precisiegrip, die het baby’tje al doende leert gebruiken is eveneens een typisch menselijk kenmerk, waarover Australopithecus ongeveer drie miljoen jaar geleden al beschikte. Maar over onze krachtige precisiegrip en fijne motoriek wil ik het nu niet hebben, want dan komen we niet toe aan de wonderbaarlijke werking van ons geheugen. (2) In ons brein slaan we niet alleen dingen op uit het verleden, maar ook uit de toekomst. Is dat nou niet eigenaardig? Om dat beter te begrijpen gaan we pak ‘m beet, twee miljoen jaar terug in de tijd. Toen waren onze voorouders aan het leren hoe ze uit een ruw stuk steen een prachtige vuistbijl tevoorschijn konden toveren. Dat leerden ze zichzelf door de juiste hamersteen, hamergewei of hamerhout onder precies de juiste hoek tegen exact de juiste steensoort te slaan, zodat er steeds een klein scherfje van het object af sprong. (3) Wanneer ze zich dat goed herinnerden en leerden van hun fouten uit het verleden vormde zich de vuistbijl, die ze voor zich zagen in hun brein. En daarin zit ‘m nou de kneep. Ook de voorstelling van de toekomstige vuistbijl waaraan zij werkten sloegen zij namelijk op in hun geheugen. De wetenschap spreekt in dit geval over forward memory. De eigenschappen om je dingen uit het verleden te kunnen herinneren in het backward memory in combinatie met het opslaan van de voorstelling die je maakt over het toekomstige eindresultaat en op welke manier je dat bereikt zijn typerend voor de mens. Die combi maakt het mogelijk dat we goed kunnen anticiperen. Nu heb ik het bewust allemaal een beetje simpel gehouden, maar de werkelijkheid van het afslaan van allerlei steensoorten tot nuttig, hanteerbaar en veilig snijgereedschap is een ingewikkeld proces. Het geheugen slaat namelijk niet één indruk op maar heel veel en ook hele verschillende. Zo worden in de hersenen onder andere sensorische, motorische, reuk, smaak, geur, visuele, en auditieve indrukken en ervaringen opgeslagen en dan ook nog op verschillende plaatsen in het brein. Je zou er gewoon duizelig van worden. Dat we ons die in combinatie weer kunnen herinneren komt door het engram. (4) Dat engram bepaalt als het ware de context van een herinnering. Daarin is de mens uiteraard niet uniek. Kenmerkend voor Hominina echter is de interactie tussen het zogeheten backward memory en het forward memory. (5)
Voor het vormen van een voorstelling over de toekomst moet je, in het voorbeeld van het afslaan van de steen, dus een idee hebben wat je in de toekomst met de vuistbijl allemaal wil doen. Anders gezegd: je moet van tevoren een driedimensionale voorstelling maken van het te bereiken resultaat en het gebruik. Bijvoorbeeld hoe je de vuistbijl moet vasthouden zodanig dat je er gemakkelijk mee kunt snijden zonder jezelf ermee te verwonden. Verbeteringen zijn, niet in de laatste plaats, ook het gevolg van de communicatie met anderen. Alles wat van belang is wordt opgeslagen in het brein en bepalen het inzicht in de toekomst en het anticipatievermogen. Je zou het vandaag de dag niet altijd zeggen, maar het juist anticiperen is een specialisme geworden van Hominina, waarvan we tot op de dag van vandaag de vruchten kunnen plukken. Daarvoor moeten we natuurlijk wel samenwerken. Want de kennis en vaardigheden van één mens, ook van genieën, schiet al gauw te kort. We hebben de mogelijkheid om goed te anticiperen en samen te werken volledig te danken aan onze voorouders. Dat kan geen machthebber ons afnemen.
Verwijzingen:
(1) Zie de blog: De Spiritus Sanctus van 22 december 2023, Dit is de link: https://huibpapenhuijzen.auteursblog.nl/artikel/18650
(2) Huib Papenhuijzen, Nooit Meer Concurreren - Onderzoek naar de balans tussen samenwerken en concurreren tijdens de menselijke evolutie, 1e druk, 2022, Uitgeverij Boekscout, ISBN 978 94 645 0742 3: “Enkele kenmerkende ontwikkelingen” pp. 60, 61, 62
(3) ibid.: “Australopithecus” pp. 79, 80 en “De sedentarisatie” pp. 91, 92
(4) Engram (Eng.) : inprenting
(5) Héctor M. Manrique and Michael J. Walker, Early Evolution of Human Memory, Great Apes, Tool-making, and Cognition, 2017, This Palgrave Macmillan imprint is published by Springer Nature, Library of Congress Control Number: 2017949462, ISBN 978-3-319-64446-2, 978-3-319-64447-9 (e-book), DOI 10.1007/978-3-319-64447-9
Meer weten? Lees mijn boek Nooit Meer Concurreren, verkrijgbaar bij boekhandel, uitgeverij Boekscout en Bol. Dit is de link: https://koopmijnboek.shop/9789464507423