De geur van het leven en de stank van de dood

De nachten zijn kort en de dagen weer heerlijk lang. Ik geniet met volle teugen van het zonnetje dat alles weer lekker verwarmt, snuif de harsgeuren van de dennenbomen op en doe me tegoed aan het bouquet van de volop bloeiende rododendrons en azalea’s. De zon schijnt natuurlijk niet alleen voor mij, maar ook voor zonaanbidders als koudbloedige bromhommels en geelvleugeligen, die maar wat rond lijken te fladderen. Of zijn zij, net als ik, gewoon aan het werk? Die planten en bloemen staan zich per slot van rekening niet voor niets zo uit te sloven om de lucht te bezwangeren met heerlijke aroma’s, die gevoelige insectenantennes mijlenver nog laten vibreren. En onze lieve heer heeft facetogen ook niet alleen maar voor zijn eigen lol geschapen: ze leiden roltongbezitters naar wat zinnenprikkelend zuig- en bestuifwerk. Het lijkt wel een wonder, dat alles zo mooi in elkaar steekt: dat alle leven gericht is op de voortplanting en de voortzetting van het leven door grenzeloze samenwerking tussen individuen en tussen soorten. Dat heeft die afvallige Rus prins Pjotr Aleksejevitsj Kropotkin zo’n dikke honderd jaar geleden toch maar mooi voor ons uitgeplozen door zijn jarenlange bestudering van de natuur. Wij kunnen in ieder geval niet zeggen dat we het niet wisten. (1)
Over de Russen gesproken, die laten zich momenteel weinig gelegen liggen aan hun erudiete landgenoot. Ze zijn Kropotkin allang vergeten en daarin staan de Russen niet alleen. Aan hun landgenoot, de schrijver Vasili Semjonovitsj Grossman, die in 1960 zo indringend had geschreven over het totalitarisme van zowel nazi-Duitsland als Stalins' Sovjet-heilstaat zijn de Russen niet eens toegekomen. Het boek was verboden, omdat de waarheid werd beschreven en dat is iets waar concurrenten een bloedhekel aan hebben. De bijna negenhonderd bladzijden staan bol van onderling wantrouwen, repressie, getto’s, concentratiekampen, moordmachinerieën en machinaties, en over de verschrikkingen van de slag om Stalingrad in 1942. (2)
Tot slot nog even dit. Jean-Jacques Rousseau verzuchtte: ‘Van hoeveel oorlogen, misdaden en moorden, van hoeveel verschrikkingen en ellende zouden wij niet verlost gebleven zijn wanneer er iemand was opgestaan en had uitgeschreeuwd: “Pas op voor de ellendige concurrent. Je bent verloren als je vergeet dat de vruchten van de aarde van ons allen zijn en de aarde van niemand.” ’ (3). Dat schreef Rousseau in 1755. En wat is er veranderd? Opgehitst door manipulatoren omringen we ons nog steeds met de stank van rottend vlees.

Verwijzingen:
(1) Voor meer over Kropotkin zie de blogs
- ‘Dilemma’s, leven en overleven’ van 10 januari 2018. Dit is de link: https://huibpapenhuijzen.auteursblog.nl/artikel/1904
- ‘Gezelligheid in december’ van 14 december 2019. Dit is de link: https://huibpapenhuijzen.auteursblog.nl/artikel/6422
(2) Zie de blog ‘Vasili Semjonivitsj schrijft over Vladimir Vladimirovitsj’ van 24 februari 2022. Dit is de link: https://huibpapenhuijzen.auteursblog.nl/artikel/14087
(3) Deze parafrase is van mij. Voor de originele tekst van Rousseau, zie de blog ‘Kapitalismus kladderadatsch’ van 29 oktober 2021. Dit is de link: https://huibpapenhuijzen.auteursblog.nl/artikel/12974


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Herinneren en vooruitzien

In de voetsporen van de grote Alexander

De Borgia’s en de olifantenjacht – deel 5 (slot)

Frans de Waal - Magister Salutem

Even roddelen over de Borgia’s – deel 4